leautier2_Getty Images Hildegarde_mdb finance Getty Images Hildegarde

Klimaatfinanciering betaalbaar maken

BOSTON/LONDEN – Volgens de Independent High-Level Expert Group on Climate Finance zullen de opkomende economieën en ontwikkelingslanden jaarlijks naar schatting 2,4 biljoen dollar aan klimaatinvesteringen nodig hebben om de klimaatdoelen te halen, waarvan 1 biljoen dollar uit externe bronnen. Om de Sustainable Development Goals (SDG’s) van de Verenigde Naties te halen, is nog meer financiering nodig: een toename van 3,5 biljoen dollar aan nieuwe investeringen per jaar tegen 2030. Dat zijn ontmoedigende cijfers. Maar ze zijn ook niet onderhandelbaar.

In de beste tijden is het al moeilijk om biljoenen dollars aan nieuwe externe financiering bij elkaar te krijgen. Het is nog moeilijker wanneer de wereld geconfronteerd wordt met een escalerende schuldencrisis. Het Boston University Global Development Policy Center onderzocht recent beschikbare gegevens over 108 ontwikkelingslanden en ontdekte dat ruim de helft – 62 landen – al een groot risico loopt om in een schuldencrisis terecht te komen. Bovendien zijn nog eens 33 landen ernstig beperkt in hun mogelijkheden om toegang te krijgen tot de kapitaalmarkten, grotendeels als gevolg van de slechte economische groeivooruitzichten na de COVID-19-pandemie, renteverhogingen in de geavanceerde economieën en obligatieratings die lager zijn dan investment-grade.

De overgrote meerderheid van de ontwikkelingslanden heeft dus te maken met schuldennood of onbetaalbaar hoge leenkosten. Maar dit zijn precies de landen die het meest behoefte hebben aan financiering om de klimaat- en ontwikkelingsdoelen te halen. Van deze 95 landen hebben er 83 meer behoefte aan investeringen in de beperking van de klimaatverandering (verlaging van de uitstoot) of aanpassing (opbouw van veerkracht tegen extreme weersomstandigheden) dan het gemiddelde land. En 73 van deze landen hebben meer potentieel om hun nationale beschermde gebieden uit te breiden, op het land of in hun kustwateren, dan het gemiddelde land.

Een belangrijk probleem is dat investeringen in bijvoorbeeld natuurbescherming niet noodzakelijkerwijs de economische groei op de korte termijn stimuleren. In plaats daarvan bouwen ze veerkracht op de langere termijn op – inclusief een groter vermogen om extreme weersomstandigheden zoals orkanen en droogte te weerstaan – waardoor toekomstige crises minder waarschijnlijk worden. Dit geldt ook voor toekomstige schuldencrises: de kwetsbaarheid van het klimaat en natuurverlies kunnen de houdbaarheid van schulden ondermijnen, en de klimaatverandering verhoogt het risico op een staatsbankroet en de kapitaalkosten.

Om de cyclus van milieu- en economische crises te doorbreken en naar een nieuwe cyclus van duurzame groei te gaan, moeten landen nu investeren. Daarom moet elke strategie om de klimaatverandering aan te pakken en de SDG’s te verwezenlijken maatregelen omvatten om de barrières voor nieuwe financiering te verlagen, waaronder gerichte schuldverlichting en creatievere financieringsregelingen.

Schuldverlichting is onvermijdelijk. Er moet een ambitieus schuldverlichtingsinitiatief komen, vergelijkbaar met het Highly Indebted Poor Countries Initiative, dat het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldbank in 1996 hebben opgezet, om zinvolle schuldverlichting te bieden aan de tientallen landen die te maken hebben met een echte staatsschuldencrisis.

SPRING SALE: Save 40% on all new Digital or Digital Plus subscriptions
PS_Sales_Spring_1333x1000_V1

SPRING SALE: Save 40% on all new Digital or Digital Plus subscriptions

Subscribe now to gain greater access to Project Syndicate – including every commentary and our entire On Point suite of subscriber-exclusive content – starting at just $49.99.

Subscribe Now

Om dit te laten werken, moeten alle schuldeisers actief deelnemen. Om te begrijpen waarom, moet je bedenken dat minstens de helft van de totale buitenlandse staatsschuld van 27 landen met schulden – waaronder veel lage-inkomenslanden of kleine eilandstaten in ontwikkeling – uitstaat bij multilaterale schuldeisers. Dit betekent dat zelfs als alle bilaterale en particuliere schulden zouden worden kwijtgescholden, sommige van ’s werelds meest kwetsbare landen gebukt zouden blijven gaan onder schulden.

Grote schuldeisers moeten ook stappen ondernemen om de kapitaalkosten te verlagen voor bepaalde soorten investeringen, zoals investeringen die de klimaatdoelstellingen dichterbij brengen. Hiervoor zijn al veel voorstellen gedaan. Zo kennen Sustainable Future Bonds langere aflossingstermijnen en lagere rentetarieven, waardoor ze beter geschikt zijn voor investeringen die zich pas op de langere termijn terugverdienen.

Multilaterale ontwikkelingsbanken (MDB’s) kunnen ook een belangrijke rol spelen door de toegang van ontwikkelingslanden tot kapitaal te vergemakkelijken. Ze kunnen bijvoorbeeld de drempel voor landen verlagen om toegang te krijgen tot leningen tegen gunstige voorwaarden, streven naar kapitaaluitbreiding waardoor hogere leningen mogelijk zijn, en samenwerken met regeringen en de particuliere sector om de risico’s te verminderen en te delen.

De financiering van klimaatmaatregelen en natuurbehoud betaalbaar maken is een van de dringendste uitdagingen waar de wereld voor staat. De oplossing is duidelijk: een combinatie van gerichte schuldverlichting, kredietverbeteringen en MDB-hervormingen. Maar tot nu toe ontbreekt de wil om deze oplossing te implementeren. Als dit niet snel verandert, zullen we uit eerste hand leren dat de kosten van niets doen veel hoger zijn dan de kosten van preventie.

Vertaling: Menno Grootveld

https://prosyn.org/VCdeFB9nl